Les relations avec les saisonniers 

Le patron entretenait normalement de bonnes relations avec ses travailleurs saisonniers, à quelques exceptions près, qui traitaient toujours leurs employés comme des bêtes. Habituellement, ils se connaissaient depuis des années et une sorte de relation de confiance s'était créée entre eux. Le patron essayait de garder toujours les mêmes employés car il savait qu’il pouvait leur faire confiance, il savait aussi qu'il pouvait parfois tenter d'obtenir un peu plus, finalement le travail fait était très satisfaisant.

Chaque fois au début de la campagne, un cochon était abattu pour les ouvriers des séchoirs. Le porc fournissait de la viande pour les mois suivants.

De relatie met de seizoenarbeiders

De patron had normaal gezien een goede relatie met zijn seizoenarbeiders. Toch waren er enkele uitzonderingen die hun werknemers nog steeds behandelden als een beest...  Maar meestal kenden ze elkaar al sinds jaren en was er een soort vertrouwensband. De patron probeerde dan ook telkens dezelfde werknemers te krijgen , omdat hij wist dat hij  op hen kon vertrouwen.  Dankzij het vertrouwen dat hij genoot, probeerde de asteman iets meer te verdienen. De patron was immers de vorige keer zeer tevreden geweest !

Bij het begin van de campagne werd voor de astemannen  een varken geslacht dat diende als basisvoedsel voor de volledige campagne.