Le bâtiment

Les séchoirs présentent une structure en trois parties. Le volume le plus imposant est celui des tourailles, de forme cubique auquel est accolé un second bâtiment le grenier, parcouru dans toute sa hauteur par une chaîne à godets, et un 3 ème bâtiment le magasin à cossettes. Les séchoirs de type « Müger » conservent cette structure en adoptant un aspect plus longiligne de par leur cheminée unique.
Au rez-de-chaussée du grenier, on trouvait la machinerie : coupe-racines, lavoir moteurs… Les étages servaient à entreposer les cossettes, ensachées, qui devaient refroidir. Le magasin, d’une hauteur souvent impressionnante, ne comporte jamais d’étage intérieur. Les sécheries traditionnelles disposent très souvent d’un logement pour les ouvriers saisonniers.

Het gebouw

De asten hebben een driedelige structuur. Het meest imposante gedeelte is dat van de kubusvormige ovens, met een ander gebouw er naast, met een ketting van emmertjes tot boven en een derde gebouw, het magazijn voor de droge bonen. De asten zijn opgebouwd in "MUGER" stijl  vanwege hun unieke schoorsteen.
Op de begane grond bevonden zich de machines: wortelsnijders, wasbakken en snijmachine. verder hebben we de verdiepingen waar op de platen vloeren de bonen worden gedroogd. Het imposante grote magazijn waar de gedroogde bonen gestapeld worden hebben geen onderverdeling in verdiepingen. Traditionele asten hebben vaak ook huisvesting voor de seizoensarbeiders.

Plan d'un sécherie | Schéma van een ast